|
|
|
|
|
De Efteling koos met de aanschaf van de
Pagode voor de zekerheid van een
“standaard” catalogusattractie van de
internationaal bekende leverancier
Intamin AG uit Wollerau, Zwitserland. In
de jaren voor 1987 had de Efteling al
een prima relatie opgebouwd met de
Zwitsers, waaruit onder andere de
aanschaf van de Halve Maen, de
Piraña,
de transportsystemen van de
Gondoletta
en
Fata Morgana en de Swiss Bob was
voortgekomen.
De Pagode is een attractie van het type
“Flying Island” van Intamin. De Efteling
was één van de eerste parken die de
attractie kocht. Intussen is het Flying
Island wel in meer parken te vinden
(zoals Cypress Gardens, Florida en
Parque España, Spanje), en Intamin
fabriceert nog steeds nieuwe exemplaren
van dit toch vrij zeldzame
attractietype. In 2000 opende er nog een
Flying Island in Gardaland, Italië.
Intamin levert volgens haar brochures en
website drie modellen van het
attractietype, met een hoogte van 30, 45
of zelfs 60 meter. De Pagode is een
exemplaar van het 45-meter type. Voor de
Efteling is dit een mooie hoogte; de
attractie komt ver boven de bomen uit,
maar gaat ook weer niet zo hoog dat de
leuke details van het bedrijvige park in
de diepte verloren gaan. Intamin
specificeert het Flying Island als een
attractie met een platform diameter van
17 meter, een stijgsnelheid van één
meter per seconde en met een capaciteit
van 100 bezoekers per keer. Een Flying
Island kan volgens Intamin tot
windsnelheden van 60 km/uur omhoog
(windkracht 7), maar de Efteling houdt
de attractie vanaf kracht 5 aan de
grond.
In basis is de Pagode, ietwat
denigrerend, te omschrijven een
gigantische “wip wap”. De ene kant (de
wip) is het bezoekersplatform, met
daarop de tempel; de andere kant (de
wap) bestaat uit een loodzwaar
contragewicht dat in een tien meter
diepe put wegzakt als de tempel ten
hemel rijst. Het punt dat al dit gewicht
draagt is de as, die met zijn zestig
centimeter doorsnee tegen de 650.000
kilo overbrengt op de Kaatsheuvelse
zandgrond. Het contragewicht draagt aan
dit gewicht het meeste bij; dit grote
“blok” weegt 340.000 kilo. De tempel zelf
weegt 225.000 kilo. Wat over blijft is
vooral de hefarm, die met zijn lengte
van meer dan 45 meter de tempel op
hoogte brengt. Tussen al deze gewichtige
cijfers valt een lading
Pagode-passagiers (maximaal zo’n 7500
kilo) volkomen in het niet.
Het contragewicht van de attractie is
vanuit de tempel natuurlijk goed te
zien. Tot enkele jaren geleden kon de
geïnteresseerde Efteling-bezoeker via
een publiek toegankelijk pad tussen het
pleintje voor de Toko en de laan
Marerijk-Brink veel dichter bij het
contragewicht komen. Dichtbij dit
belangrijke element van de Pagode valt
pas op hoe enorm het contragewicht wel
niet is, en wat een krachten er op de as
en de hefcilinders moeten inwerken. Het
wandelpad ligt er ook nu nog, maar is
officieel niet meer toegankelijk voor
parkbezoekers. Het bijbehorende
verbodsbordje is echter makkelijk “over
het hoofd te zien”.
Het stijgen en dalen van
de Pagode gebeurt met twee zware
hydraulische hefcilinders ―van Eaton
Industries te Eindhoven, het vroegere
Hydrowa― nabij het contragewicht. Zoals
vrijwel alle hydraulische cilinders
heffen ze de Pagode met behulp van
oliedruk de lucht in, en trekken deze
ook weer naar beneden. Zonder oliedruk
is de Pagode min-of-meer in balans, en
blijft de tempel op hoogte stilhangen,
of daalt slechts langzaam. Om de tempel
de lucht in te krijgen en het
bezoekersplatform te laten draaien,
heeft de Pagode een elektrisch vermogen
van 220 kilowatt. Dit is, ter
vergelijking, ongeveer vier keer dat van
het Spookslot.
|
|
Maximale hoogte tot het
bezoekersplatform |
45 meter |
Hoogte van de tempel |
15 meter |
Gewicht van de tempel |
225.000
kilo |
Contragewicht |
340.000
kilo |
Totaalgewicht attractie |
650.000
kilo |
Diameter tempel |
17 meter |
|
|
Stijgsnelheid |
1 meter /
seconde |
Rotatiesnelheid tempel |
0,33
rotaties / minuut |
Duur van een vlucht |
5 minuten |
Theoretische capaciteit
(Intamin) |
1400
bezoekers / uur |
Maximumcapaciteit
(Efteling-programmering) |
900
bezoekers / uur |
Maximum aantal bezoekers /
vlucht |
100 |
|
|
Maximale windsnelheid voor
operatie (Intamin) |
7 beaufort |
Maximale windsnelheid voor
operatie (Efteling) |
5 beaufort |
|
|
Doorsnede scharnieras |
60
centimeter |
Lengte hydraulische cilinders |
11 meter |
Stroomverbruik |
220 kilowatt |
|
|
Engineering |
Intamin
A.G. |
Bouw |
IGB Bouw,
Breda |
|
|
|
|
|
|
|
Het woord pagode is een door de
Portugezen in de 16e eeuw in Europa
geïntroduceerde term waarmee,
voornamelijk in Oost-Azië voorkomende,
torenvormige boeddhistische
tempelgebouwen worden aangeduid.
Vanaf de derde eeuw voor Christus bouwt
men in India al de zogenaamde stupas;
deze koepelvormige bouwsels zijn in het
boeddhisme bedoeld om een religieus
object, bijvoorbeeld een beeld, te
bewaren en te beschermen tegen de
invloed van weer en wind. De stupa heeft
zich uiteindelijk met het boeddhisme
over Azië verspreidt, waarbij deze vorm
van architectuur zich ontwikkelde tot de
pagode. Ook pagodes werden initieel
voornamelijk gebouwd om op een tempel-
of kloostercomplex, religieuze zaken ―en
dan met name geschriften― te bewaren.
Pagodes worden al vanaf de zesde eeuw
gebouwd, in eerste instantie in China en
Korea. De vroegste pagodes werden
allemaal gebouwd van hout, een
bouwmateriaal dat later in China en
Zuid-Oost Azië ook wel vervangen werd
door baksteen of natuursteen. In Japan,
waar we ook de oudste nog bewaarde
pagodes vinden (Horiu-Ji te Nara uit de
7e eeuw), bleef hout het enige
bouwmateriaal. Met name Birma (Myanmar)
staat bekend om haar grote aantallen
prachtige pagodes; hierdoor staat dit
land ook wel bekend als het “Land der
Pagodes”.
Pagodes hebben tussen de drie en dertien
―maar altijd een oneven aantal―
verdiepingen, waarvan de afdaken (vaak
licht omkrullend aan de rand) naar boven
toe kleiner worden. Het aantal van zeven
verdiepingen komt in de Aziatische
tempelarchitectuur het meeste voor. De
vaak kunstig versierde daken zijn bedekt
met halfronde, geglazuurde pannen in
verschillende kleuren. De vier
dakverdiepingen van de Pagode in de
Efteling maken meteen duidelijk dat het
hier om een westerse imitatie van het
concept gaat, net als de beroemde tien
verdiepingen tellende namaakpagode van
Sir William Chambers, te Kew Gardens,
Londen. Ook de dakbedekking van de
Kaatsheuvelse pagode wijkt sterk van van
het Aziatische voorbeeld.
Pagodes kunnen zich tot enorme hoogte
verheffen. Gebouwen van zestig meter
hoogte zijn geen uitzondering. Beroemd
werd de ronde pagode van Nanjing uit
1431 (de zogenaamde “Porseleinen Toren
van Nanking”), die helaas in 1853
grotendeels werd verwoest, maar voor die
tijd een hoogte van 84 meter had; een
hoogte waarnaast elke constructie in de
Efteling verbleekt.
Door hun grote hoogte, zeker ten
opzichte van hun omgeving, zijn pagodes
nogal gevoelig voor blikseminslag. Met
name de oudste, houten exemplaren hebben
dan ook vaak te maken gehad met brand.
Deze aantrekkingskracht op een
onbedwingbare natuurkracht speelt een
belangrijke rol in het religieuze aspect
van het bouwwerk, als spiritueel geladen
constructie. Veel pagodes hebben een
opvallende top of “finial”, in de vorm
van een lotusbloem. De pagode van de
Efteling heeft, in lijn met een groot
aantal Thaise pagodes, een
opeenstapeling van meerdere van deze
decoraties, uitgevoerd in verguld
metaal.
|
|
|
Deze antieke pagode
fotografeerde
het WWCW in Nikko, Japan.
Overigens hielden we hier natte
voeten en een
verkoudheid aan over... |
In de Royal Gardens at Kew
(Londen) staat ook een "nep" pagode
met een even aantal daken. Dit is
een exponent van het ooit bijzonder
populaire "oriëntalisme". |
Epcot, een themapark van Disney
in Florida, bevat een fraaie
(verkleinde) replica van
de wereldberoemde
Tempel van de Hemel uit Peking. |
Opvallend aan met name Thaise en
Birmeese pagodes zijn de acroteria of
“dakpunten”, die een bijzonder
zwierige, welhaast organische en
vertikaal georiënteerde vorm hebben.
Deze uitbundige decoraties komen in
China en Japan nauwelijks voor; daar
worden vaak veel eenvoudiger
sierelementen geplaatst op de plaatsen
waar de punten van dakdelen elkaar
ontmoeten. De Pagode van de Efteling is
met zijn grote, witte acroteria (met
name aan de dakpunten van de onderste
verdieping) duidelijk geënt op de Thaise
architectuur. Voor de overige niveaus
heeft Ton van de Ven gekozen voor steeds
een andere variant op het bekendste
acroterion van de Zuid-Oost Aziatische
architectuur.
De pagode-architectuur beperkt zich
overigens niet alleen tot
tempelgebouwen, en is geenszins een tot
het verleden beperkte uiting van
Aziatische élégance. De hypermoderne
wolkenkrabber Taipei 101, vanaf 2004 een
aantal jaren het hoogste gebouw ter
wereld, verheft zich tot wel twaalf maal
de hoogte van de Eftelingse Pagode boven
Taipei, Taiwan, en is met zijn
typerende, herhalende vorm, toch
onmiskenbaar een voorbeeld van de sinds
eeuwen toegepaste bouwstijl.
Ook in andere attractieparken dan de
Efteling komen we pagodes tegen. Zo
siert sinds de jaren tachtig een exacte
replica van een Japanse pagode het
Japan-paviljoen van het attractiepark
Epcot van Disney in Florida, en staat
een eindje verderop ook een (zij het
verkleinde) versie van de Chinese,
Pagode-achtige Tempel van de Hemel bij
het land China in dat zelfde park. |
|
|
|
|
|
|
|