Wie vandaag de dag de Efteling binnenwandelt
over de
Pardoes Promenade, kan het sierlijke
silhouet van de zwevende Thaise tempel
regelmatig boven de boomtoppen uit zien
steken. Als een soort
Langnek-non-plus-ultra, is de Pagode voor
een deel van de Efteling-bezoekers zelfs nog
eerder te zien, wanneer de attractie, vanaf
de toegangswegen tot Kaatsheuvel, als eerste
signaal van het naderen van het
sprookjespark, aan de horizon opdoemt.
Zijn centrale ligging in het park, aan de
rand van wat eerst een rond evenementenveld
was en later de Brink werd, was niet vanaf
dag één de bedachte locatie voor de Pagode.
De uitzichtattractie was in eerste instantie
geprojecteerd aan de rand van het park,
nabij de parkgrens-volgende laan tussen de
parkarealen die nu de namen Ruigrijk en
Reizenrijk dragen. Deze plek bood als
voordeel dat bepaalde minder fraaie
constructies, zoals het dak van het
Carrouselpaleis, grotendeels aan het oog
onttrokken zouden zijn. De attractie zou ook
een betere zichtbaarheid hebben van buiten
de parkgrenzen, wat uit commercieel oogpunt
geen slecht idee was. Toen gemeente en
provincie tegen deze opvallende ligging,
vlak aan de drukke verkeersader N261, bleken
te zijn, werden de plannen voor de attractie
aangepast en kreeg de Pagode zijn huidige
plek toebedeeld, aan de andere kant van de
Siervijver.
De Pagode stijgt op vanaf (of eigenlijk
vanuit) een lage, trapsgewijs opgebouwde
heuvel aan het pleintje bij horecapunt
Toko
Pagode. De getrapte structuur is beplant met
verschillende Aziatische grassoorten,
waardoor het geheel in de zomer de
uitstraling heeft van rijstsawa’s zoals die
in Thailand en de rest van (sub-)tropisch
Azië te vinden zijn. Nabij de uitgang van de
attractie is, bovenaan een uit natuursteen
opgetrokken muurtje, ook wat andere
faux-Aziatische begroeiing te vinden, zoals
een meer Japans aandoend bonsaïboompje; het
correct ordenen van de geografie van
vegetatie is natuurlijk ook niet de hoogste
prioriteit van een sprookjespark.
Het terras op het pleintje bij de Pagode is
behoorlijk populair. Met een versnapering
van de Toko (die in een fraai bijpassende
Thaise architectuur en kleurstelling is
opgetrokken) in de hand kan hier het rustige
stijgen en dalen van de tempel bekeken (en
beluisterd) worden. Rondom het plein is
volop bamboe geplant om de omgeving een
tropische, Thaise uitstraling te geven. Ook
is met de plaatsing van speciale
straatverlichting een poging gedaan om tot
een stijleenheid met de tempel te komen.
Door een wat vreemde, toch nogal sterk
afwijkende keuze van kleur en vormgeving is
dit echter maar ten dele gelukt.
Rechts van de Pagode is de wachtrij van de
attractie te vinden, die toegankelijk is
vanaf het pleintje. Via een aantal
meanderingen voert deze naar een dubbele
tourniquet. Hier worden bezoekers gesplitst
in twee groepen, één voor de linker helft
van de tempel, en één voor de rechterhelft.
Erg belangrijk voor de balans van de
attractie lijkt dit splitsen der bezoekers
niet te zijn, want op rustige dagen komt het
regelmatig voor dat alle bezoekers, als
makke schapen elkaar achterna lopende,
kiezen voor de zelfde kant van de tempel.
Direct achter de tourniquets is ook de
eerste controlepost van de attractie te
vinden in een klein maar alleraardigst
huisje. Vanaf hier houdt men contact met de
tweede controlepost van de attractie,
bovenin de tempel. De Pagode is dan ook
continu bemand door twee personeelsleden.
Het tempelgebouw zelf is opgetrokken op een
kegelvormig skelet van staal, en uitgevoerd
in aluminium en polyester (met name voor de
decoratie-elementen). Ton van de Ven heeft
er voor gekozen de uitbundige architectuur
van Zuid-Oost Aziatische pagodes ten volle
te benutten om “zijn” Flying Island te
vormen tot de mooiste attractie van dit type
ter wereld. De combinatie van een zorgvuldig
afgewogen kleurschema (met groen, bordeaux
rood, oranje en ivoor als hoofdtinten is dit
duidelijk feller dan het standaard
Efteling-kleurenpalet, maar dit werkt
wonderwel in deze specifieke situatie) met
een overdaad aan details onttrekt de wat
saaie basisvorm van het Flying Island aan de
aandacht. Met name de rijk gedecoreerde
frontons (of timpanen, wat u wilt) ―de
verticale en driehoekige panelen direct
boven de bezoekersgalerij― geven het
bouwwerk een sierlijke uitstraling, en
breken met hun getande vorm het silhouet van
het bezoekersplatform van de constructie.
|
|
|
Vanuit de Pagode zijn sommige
uitzichten als afkomstig uit een
droom. |
Andere dienen zo snel mogelijk
vergeten te worden. |
En er zijn er die zijn wat ze
zijn;
een uitzicht, niet meer, niet
minder. |
Boven het bezoekersplatform (dat vrij
onopvallend is in het gehele ontwerp door
het gebruik van een donkere kleur rood voor
de achterwand) verheffen zich drie lagen van
overhangende pagodedaken met uitbundige
decoraties in de vorm van ivoorkleurige
punten of acroteria. Dit deel van het
ontwerp geeft de vliegende tempel zijn
rijzige, verticale uitstraling die het zo
sterk en positief doet afsteken tegen andere
Flying Island-ontwerpen die her en der op de
wereld te vinden zijn. Ter bekroning van het
geheel is de tempel afgetopt met een gouden
“finial”.
Bezoekers worden, eenmaal in de vliegende
tempel, in een rustig maar gestaag tempo tot
een hoogte van 45 meter gebracht. Op deze
hoogte draait het bezoekersplatform van de
tempel één maal volledig rond zodat iedereen
het hele park kan overzien. Hierna daalt de
Pagode weer richting zijn ronde, betonnen
landingsput. Gelukkig heeft de Efteling er
niet voor gekozen om de hefarm van de Pagode
te camoufleren met een “wolkendecoratie” of
iets dergelijks, maar is dit noodzakelijke
element van de attractieconstructie
meegenomen in het decoratieve schema van de
tempel. De op de hefarm aangebrachte
decoraties in arabesk breken de stevige
“balk” in visueel opzicht, waardoor deze
vrij elegant en licht overkomt.
Verrassend genoeg is er geen gebruik gemaakt
van een muzikale omlijsting van een “vlucht”
met de Pagode; dit terwijl de Efteling in
voorgaande jaren ervaring had opgedaan met
speciaal voor haar nieuwe attracties
gecomponeerde muziek. Het oordeel of dit
werkelijk een gemis is laten we graag aan de
lezer over.
Bezoekers verlaten de Pagode aan de andere
kant van de tempel dan waar deze de
attractie betreden. Bij de uitgang (met
dubbele automatische rolhekjes) is ook de
tweede controlepost te vinden. Met camera’s
kan vanaf hier het hele bezoekersplatform
van de tempel in de gaten gehouden worden.
Vanaf hier overziet het personeel ook een
groot deel van het nationaal park de
Loonsche en Drunense Duinen, waardoor menig
bosbrand vroeg gemeld kon worden.
Hoewel de prominente positie die
de attactie visueel inneemt in het
park wellicht anders doet vermoeden,
is de Pagode nooit een alom
in het land besproken Efteling-icoon als
Droomvlucht of het
Sprookjesbos
geworden. Daarvoor is de Pagode ook
eigenlijk te "eenvoudig" van
karakter en als attractiebeleving te
weinig memorabel. De tempel zelf is
natuurlijk schitterend om te zien
stijgen en dalen boven de bomen van
het park, maar eenmaal aan boord is
het vooral de rest van de Efteling
die de aandacht trekt. Ook ontbreekt
het de attractie aan
Efteling-figuren die een rol kunnen
spelen in speciaal geschreven
sprookjes, tv-series, kinderboeken
of andere Efteling-gerelateerde
mediaproducties.
|
|
|
|
Op de parkplattegrond
van Henny Knoet... |
...en op de voorkant van
het fotoboekje van 1988. |
In het silhouet van
Robert-Jaap Jansen... |
...en op een
afzichtelijke
sticker uit de jaren '80 |
Misschien dat de achtergrondrol die
de attractie in het park vervult ook
van invloed is geweest op het kleine
aantal parkgerelateerde drukwerkjes
waarin de attractie een centrale rol
speelt. Wel zien we de Pagode
regelmatig terug in de door
Robert-Jaap Jansen en co. veelvuldig
gebruikte parkhorizonsilhouetten.
Daarin steekt de Pagode natuurlijk
fier uit boven de lagere
wonderbouwsels van het
sprookjespark.
De pagode heeft één keer, in 1988,
de voorkant van het jaarlijkse
fotoboekje gesierd. Boven een
duidelijk gemanipuleerd repoussoir
van cliviabloemen straalt de tempel
kleurig tegen de blauwe zomerhemel.
In andere edities van het boekje
heeft de attractie op de beroemde
"Wandelen, varen, vliegen, rijden:
de wereld van de
Efteling"-overzichtsfoto jarenlang
een ereplaats gehad.
Een correct werkende Flash-plugin is hier noodzakelijk.
|
De parkcommercial van zomer 1987:
voor het eerst zien we de Pagode in
een tv-spot én het sprookjespark
zelf vanuit hele nieuwe
perspectieven.
(Ogilvy & Mather, productie: The
Producers)
Reclame maken was in deze jaren
nauwelijks nodig eigenlijk; de
Efteling trok regelmatig meer
bezoekers dan ze verwerken kon. |
De zomerse parkcommercial van 1987
(van het bureau Ogilvy & Mather,
geproduceerd door The Producers)
bevat een aantal shots van de nieuwe
Intamin-aanwinst van het park. Het
is bijzonder om te zien hoe een
stijlvaste en niet mode-gebonden
attractie als de Pagode zich net zo
sierlijk en evenwichtig kan vertonen tegen een
achtergrond van gepermanenteerde jaren-tachtig
blondines en saxofoonmuziek, als
tegen een meer hedendaags parkbeeld.
Op televisie komen we de Pagode van
tijd tot tijd tegen. Zo werd de
tv-reclame voor de legendarische "Way
of Life Show" opgenomen in de
attractie en heeft de tempel dienst
gedaan als decor voor een
huwelijksaanzoek in Nederlands'
beroemdste soapserie, "Goede Tijden,
Slechte Tijden". Parkdirecteur Olaf
Vugts koos de attractie als locatie
voor een aantal tv-interviews, onder
andere voor Omroep Brabant. |
Met zijn exotische uiterlijk staat de Pagode
in een lange traditie van “Aziatische”
attracties en bouwsels in de Efteling. De
attractie is hiermee een vertegenwoordiger
van wat ―naast de dominante stijl van
pittoreske Oud-Hollandse binnensteden vol
geveltjes, kromme muren en sfeervolle
hoekjes― wel als de tweede sturende,
richtinggevende stijl binnen het park gezien
kan worden. Anton Pieck tekende al bouwsels
uit China en Japan, en ook het (al dan niet
historische en legendarische) Midden-Oosten
is veelvuldig in zijn werk te vinden. Bij de
opening van het
Sprookjesbos werd Azië binnen het park
vertegenwoordigd door de eerste versie van
de
Chinese Nachtegaal. Niet veel later kwam
het Perzische paleis van de
Fakir de Aziatische gelederen
versterken. Anton Pieck ontwierp nog meer
Aziatische zaken voor het park, zoals een
Chinees jonk en Japans theehuis, maar deze
werden helaas niet gerealiseerd.
Ton van de Ven zette deze traditie van het
Oosterse voort met de bouw van Fata Morgana,
de Pagode zelf en attracties als Vogel Rok
en zijn nieuwe interpretatie van de Chinese
Nachtegaal. Het is bijzonder om te zien hoe
een goede ontwerper twee ogenschijnlijk zo
verschillende bouwstijlen als die van Azië
en het Pieckeriaanse, Dickensiaanse Europa
kan verenigen tot een passend geheel.
Tijdens de
Winter Efteling is de Pagode
doorgaans geopend. Er is dan vaak extra
verlichting aan de onderkant van de
tempelconstructie aangebracht. Felle witte
of blauwe spots schijnen vanaf de tempel
naar beneden, wat vanuit een groot aantal
delen van het park een feeëriek effect
geeft. Als een soort Thaise UFO, een
Aziatisch moederschip uit “Close Encounters”
of “E.T.” zweeft de Pagode onder de noemer
“Grootste Zwevende Kerstboom ter Wereld”
(een kreet uit 1999) boven het park. De
omgeving van de attractie krijgt in de
winter ook wat extra’s; zo brandt er meestal
een vuurkorf op het pleintje bij de
attractie en hangen er allerlei lantarentjes
in de bomen boven het plein. Samen met de
fraaie verlichting op de tempel zelf maakt
dit de omgeving van de Pagode tot één van de
mooiste parkdelen om na het invallen van de
schemering te bezoeken. |