Attracties - Pagode - De Kroon op het Werk
 

Logo Pagode - De Kroon op het Werk -|- Foto en logo: Friso Geerlings © het WWCW 2009
Logo Pagode - De Kroon op het Werk -|- Foto en logo: Friso Geerlings © het WWCW 2009
Logo Pagode - De Kroon op het Werk -|- Foto en logo: Friso Geerlings © het WWCW 2009

Als op één Efteling-creatie met recht het begrip “majestueus” van toepassing verklaard kan worden, dan is het wel op de Pagode. Als een kleurrijke, maar perfect bij de omgeving passende, bekroning van het sprookjespark verheft de “Vliegende Tempel” zich ―welhaast een component van een exotische Thaise droom― in zomer en winter boven de bossen en vijvers die het park nog altijd haar belangrijkste aanzien geven. In de lente kan de Pagode-reiziger, met een frisse voorjaarsbries in het gezicht, tussen het ontluikende groen de wonderlijke bouwsels van het Lavenlaar onderscheiden, of zien hoe de tulpenbollen de dubbele Efteling-E vormen aan de Brink. Op zwoele zomeravonden kan hij op grote hoogte het lawaai van optredens en de drukte op de grond ontvluchten, om te genieten van het kleurige licht dat her en der tussen het groen te zien is. De herfst biedt het altijd wonderlijke schouwspel van een dagelijks verder van kleur veranderend park; de gelen, okers, bruinen en roden strijden om de aandacht, de blik, van de toeschouwer. Wie in wintertijden de kou trotseert en zich tot grote hoogte laat voeren, kan tussen de kale, grillig gevormde bomen duizenden lichtjes aanschouwen, kampvuren zien branden en een arrenslee zijn weg zien zoeken over ijzige wandelpaden.

Voor hen die het perfecte totaalbeeld van de Efteling altijd ―wellicht net over de horizon― voor ogen moet hebben gestaan, zal de Pagode in gedachten functioneren als Kroon op het Werk.
 

Pagina 1 Pagina 2 Pagina 3 Pagina 4
     
 
 
De Pagode gezien door de Glazen Bol van Pardoes -|- Foto: Friso Geerlings © het WWCW 2009
 
De Pagode-rubriek bestaat uit een hoofdtekst (met onderwerpen als de aanloop naar de bouw van de vliegende tempel en de veranderingen door de jaren heen) én daarnaast een paar, min of meer losstaande, onderwerpen die allemaal een verschillend aspect van het onderwerp 'Pagode' belichten.

Omdat het niet nodig is om de rubriek van A tot Z op volgorde te lezen, is een inhoudsopgave opgenomen van de verschillende onderdelen van 'Pagode, de Kroon op het Werk'
 
Hoofdtekst
1 ~ De aanloop tot
2 ~ De attractie
2 o Op bezoek in woorden
2 o Traditie in ontwerp
2 o Winter
4 ~ Door de jaren
4 o Opening
4 o Naamgeving
4 o Eerste winteropenstelling
4 o Pagode winterstop
4 o Technische problemen
4 o Het plan van Den Dulk
4 o BASE-jump
Kaders
2 ~ In druk & reclame
3 ~ Techniek
3 o Flying island
3 o Constructie & mechaniek
3 o In cijfers
3 ~ Pagodes
Bronnen

 

De aanloop tot...
De Pagode is, als zo veel jaren tachtig attracties, een exponent van wat we enigszins megalomaan maar zullen aanduiden als “Het Grote Bouwen”. We hebben in andere attractierubrieken op deze site al uitvoerig gesproken over de ware groeispurt die het park in de jaren tachtig en de eerste helft van de jaren negentig doormaakte. Jaar op jaar was een veelgestelde vraag in het Nederlandse gezin: “Wat zal er dit jaar weer nieuw zijn in de Efteling?” Natuurlijk kon het park hierbij niet elk seizoen een Fata Morgana of Droomvlucht presenteren; daarvoor ontbrak het niet alleen aan budget of ruimte, maar ook aan de personele capaciteiten op technisch-, ontwerp- en uitvoeringsgebied. Gelukkig werd hier op verstandige wijze mee omgegaan. Het park werkte bewust aan een uitgebalanceerde mix van spectaculaire attracties voor de jeugd en rustigere belevingen voor het gezin en ouderen. En waarom niet “kopen van de plank”, als het iets nieuws kan toevoegen aan het attractieaanbod en aansluit bij de uitstraling die het park hebben moet, zeker als het geheel overgoten kan worden met een in eigen huis gecreëerde thematische saus?

Directeur Herman ten Bruggencate (algemeen directeur 1976-1985 en interim directeur 1988-1989) wist deze aanpak fraai te verwoorden:

Kroniek van een SprookjeWij moesten die attracties wel bouwen om nationaal en zeker ook internationaal te blijven meetellen. Wij deden dat in mijn ogen overigens met respect voor het bijzondere van de Efteling en haar brede doelgroepen. Wij bouwden niet alleen maar harde attracties, maar zochten altijd naar een evenwicht. [...]

Ook in onze uitgangspunten werkten wij altijd aan het unieke dat de Efteling kenmerkt. Wij moesten investeren, maar ik vond dat wij voor het geld dat wij uitgaven altijd iets unieks in Europa of in de wereld moesten ontwikkelen. Dat hebben wij dus ook gedaan met een achtbaan als de Python of een wildwaterbaan als de Piraña. De Efteling vertaalde deze attracties in een aparte beleving.

Begin 1987 was bouwer IGB druk
in de weer met de constructie. Het
bouwbord was weinig bijzonder.
De draagarm en tempel (rechts
tussen de bomen te zien)
naderen hun voltooiing.
De toren werd vrijwel compleet
in elkaar gezet voor deze op de rest
van de tempel gemonteerd werd.

Voor 1982 kocht de Efteling het schoolvoorbeeld van deze aanpak: de reusachtige schipschommel De Halve Maen; in feite niets meer of minder dan een fantastisch afgewerkte “Super Bounty” van de Zwitserse attractieleverancier Intamin. Efteling-ontwerper Ton van de Ven ontwierp het prachtige decor van Oud-Hollandse havenhuisjes, de kademuur en de details van de zwierende trotse driemaster zelf. Voor 1987, het jaar na de succesvolle opening van Fata Morgana, werd dit kunstje min-of-meer herhaald. Het park dook naar aanleiding van een vruchtbare studiereis in Engeland opnieuw de Intamin catalogus in, en vond aldaar de specificaties van het zogenaamde “Flying Island”. Met de volledig in eigen huis ontwikkelde “1001-nachtshow” (en wellicht de bedwelmingen van een waterpijp in “In den Vergulde Kobold”) nog in het achterhoofd, greep Ton van de Ven dit maal naar een verdere uithoek van Azië als inspiratiebron. De thematiek van de pagodes in Thailand was wat de basis zou worden voor de Efteling-saus over het Flying Island. En wat voor een saus zou dat blijken te zijn!

Overigens was de Pagode voor 1987 niet de enige mogelijke of zelfs maar eerste attractiekeuze. Met name de directeur exploitatie uit die dagen, Marc Taminiau (de latere geestelijk vader en directeur van het inmiddels in obscure financiële moerassen weggezonken Land van Ooit), was een groot pleitbezorger van een grote “Arabische Show” als nieuwigheid voor dat seizoen. Een proefvoorstelling van deze parkshow werd door het gemêleerde previewpubliek bejubeld, maar door de statutaire directie en het parkbestuur ter zijde geschoven. Op de achtergrond stond creatief directeur Ton van de Ven toen al klaar met de pijlsnel te ontwikkelen Pagode. De attractie werd in een dusdanig tempo goedgekeurd en aangeschaft, dat het Stichtingsbestuur (de enige aandeelhouder van de Efteling) zich later nog zou beklagen over het slinkse passeren van hun burelen bij een dergelijke grote aanschaf. Erg goed voor de toch al bekoelde relatie tussen Van de Ven en Taminiau zal deze zoveelste aanvaring op hoog niveau niet geweest zijn.

De Pagode heeft het park acht miljoen gulden (3,64 miljoen euro) gekost.

"In Pagoda balanceren de luchtreizigers op een grote schotel als een dienblad robuuste wijn, gedragen door een gracieuse ober, boven de bossen van het park."


["Efteling Nieuws", zomer 1987 ― Het lidwoord voor Pagoda werd
in die tijd vaker weggelaten door het park]

 
Zomerse warmte rondom de Pagode -|-  Foto: Friso Geerlings © het WWCW 2009
 
Pagina 1 Pagina 2 Pagina 3 Pagina 4