Na de koude van de Alpen te hebben getrotseerd
zwenkt onze carnavalsgondel weer om zijn as, om
aan de andere kant van die bergen terecht te
komen in het lichtroze decor van La Bella
Italia. Het is een relatief kleine maar wel
erg volle scène, met veel verticaal
georiënteerde elementen. In een kleine boog
draaien we om een laag podium heen, waarop we
het tafereel uit de repubblica kunnen
bewonderen.Jokie valt meteen op. In deze scène is hij
tussen een ballonnen- en strohoedjesverkoper,
direct vooraan op het plateau, te vinden.
Waarom het jochie dat verlegen een ballon heeft
gekocht blond is, is ons een raadsel. Zo veel
blonde Italianen zijn er immers ook weer niet.
Maar goed: hij vertegenwoordigt in elk geval de
nationale trots van het land: de “bambini”.
Iets verderop zien we een excentriek geklede
Italiaan angstig een poging doen één der
nationale symbolen in stand te houden: de toren
van Pisa. Wat meer naar achteren ontdekken we
naast Pisa een andere vertegenwoordigde
renaissancestad: Venetië. Een gondelier toont
zijn kunsten onder de Rialtobrug. We missen
zelfs de typisch beschilderde
gondeliersmeerpaal niet. Zelfs een kardinaal
uit het Vaticaan achterin het tafereel lijkt er
zin in te hebben; logisch natuurlijk, met
Carnaval.
De gekke bekken van clowns, plingelende (voor
ons overigens tussen Ruud Bos’ mandolines door
onhoorbare) renaissancemuziek van een
luitspeler en een vreemdsoortige figuur met een
gestippelde kegel over z’n hoofd vullen de
Italiaanse potpourri aan. Twee carabinieri
houden het hele tafereel nauwlettend in de
gaten, terwijl hun normaal zo onbeweeglijke
voetjes vrolijk meedoen op het ritme van de
steeds maar doorgaande deun.
Na Italië verlaten we Europa, om meteen de
halve wereld over te reizen. Pas in het Verre
Oosten houden we weer halt op onze reis door de
wereld vol prrret.
Terwijl we de drang onderdrukken mee te tappen
met de aanstekelijke nieuwe arrangementen van
de hoofdmelodie, rijdt ons wagentje een gapende
muil tegemoet. Met Italië nog half in ons
achterhoofd heeft het geheel wel wat weg van de
monsterkop in de tuinen van de Villa Orsini te
Bomarzo. Het is echter hét mythische dier van
Azië dat ons opslokt: de draak. We zullen dit
dier nog vaker tegenkomen tijdens de rit.
Vaandels met karakters en de kenmerkende rode,
rijzende zon van het Keizerrijk duiden aan dat
we volgens Geesink nu in Japan zijn beland. Erg
stijlvast bij het onderscheiden van Aziatische
culturen blijkt Joop niet geweest te zijn, maar vooruit: de eerste zaken die we tegenkomen
kloppen. Dit zijn namelijk, aan de linkerkant
van het traject, drie merkwaardig uitziende
maskers die voor zich uit staren. Dit zijn
Japanse “Noh”-toneelmaskers, gebruikt in
uitermate slaapverwekkend traditioneel Japans
toneel.
Wanneer de gong klinkt en we een draai naar
rechts maken zien we drie Japanners met
dikbemontuurde brillen, spleetogen en
vooruitstekende tandjes een diepe buiging voor
ons maken. Konnichi wa, iedereen!
Vrijwel direct worden de buigzame figuren
opgevolgd door ondeugend giechelende geisha’s
die ons toezwaaien vanaf een boogbruggetje,
omgeven door kersenbloesems als decor.
Zijdelings voortrijdend bezoeken we een
op-en-top Japanse sport: het Sumo-worstelen. De
twee zwaargewichten duwen en trekken er op los
tegen een achtergrond vol kleine Noh-maskers,
waarvan we de grotere variant eerder al tegen kwamen.
Het is tijd voor een scène waarvan we de
geschiedenis bijna “turbulent” kunnen noemen,
want nergens in het Carnaval Festival is zo
veel veranderd sinds 1984 als hier. In wat we
kunnen zien als een gestileerde torii (de poort
van een Japanse Shintotempel) zien we kleurige
maar ook enigszins angstaanjagende maskers
elkaar afwisselen. Als de ene zakt, verschijnt
de volgende, en omgekeerd.
Tijdens de eerste jaren dat het Carnaval
Festival geopend was bestond het tafereel in de
torii uit leeuwen aan touwtjes die een samen
Japans poppenspel uitbeeldden. Waarschijnlijk
is de technische dienst van het park na
nachtenlang doorhalen om steeds maar weer de
touwtjes uit de knoop te krijgen in een
dwangbuis afgevoerd, en is toen het poppenspel
vervangen door de minder onderhoudsgevoelige
maskers van nu.
Gelukkig maakt het eveneens met touwtjes
werkende Chinese schimmenspel nog wel deel uit
van de wereldreis door het Festival. Dit is
namelijk meteen de volgende scène die we aan
doen, en vast en zeker één van de origineelste.
Centraal zien we binnen een in ruiten verdeeld
vlak twee kinderen spelen met vliegers. De
projectie gebeurt van achter het paneel. Aan de
muren zijn vreemde vissen opgehangen (ook al
zo’n Aziatische obsessie).
Tijdens het bekijken van al deze scènes uit
Azië zijn we langzaamaan flink wat omhoog
gereden in onze Carnavalswagentjes. Waarom zal
duidelijk zijn wanneer we de Chinese sectie
onder ogen krijgen.
China is een land van mysteriën en contrasten,
een schitterende poel van culturele thematiek
om uit te putten. Dat Joop Geesink ook onder de
indruk was van het land van de Verboden Stad,
draken, karakters, eetstokjes en porselein is
meteen duidelijk wanneer we de enorme scène van
dit land onder ogen krijgen, direct na het
schimmenspel.
In een donkere en diepgelegen omgeving,
sierlijk geaccentueerd met grote karakters op
de licht gebogen achtergrond, bevindt zich een
enorme Chinese draak. Het voor de Chinezen
heilige dier schudt zijn kop (met vervaarlijk
ogende tanden) zachtjes heen en weer, en blaast
rook uit zijn neusgaten. Dit effect is
gedurende nogal wat jaren defect geweest, maar
is enige tijd geleden gelukkig weer
teruggekeerd. Twee lichtgevende bolle ogen
kijken ons ietwat sullig aan. Op de trapsgewijs
oplopende rotsen van het ravijn met de draak is
een groep met borden draaiende Chineesjes (weggelopen
uit het Staatscircus?) te zien. De populatie is
hier, in tegenstelling tot het échte China,
niet echt meer wat het geweest is. Steeds meer
Chineesjes verdwenen de laatste jaren uit de
scène. De toeristen aan de linkerkant van het
decor, in een met gouden draken gedecoreerde
nis, vinden het tafereel desondanks nog zeer de
moeite van het fotograferen waard. Lustig
kieken ze er op los. Onder hen bevinden zich
een indiaan, een cowboy en een Amerikaan met
grote snor en hoed, die met de vlag van zijn
land zwaait. De continentale Verenigde Staten
zijn dus niet compleet afwezig in het Festival
van Geesink.
Loeki als samurai,
Guusje als karateka
Locatie: voor de torii met de bewegende
maskers, in Japan.
Uitbeelding: Loeki is in volledige samurai-uitrusting
te vinden in de hoek van de scène. Onder
zijn helm bewegen zijn ogen spiedend heen
en weer. Hij draagt ook een vaandel bij
zich, met daarop in een aan Japanse
karakters herinnerend lettertype zijn
strijdkreet: “Asjemenou”. Guusje staat
naast Loeki-san in karatepak. Venijnig
kijkt onze powerrreend strak voor zich uit,
terwijl hij een grote bamboestok beethoudt
als wapen. Voor extra effect heeft hij een
witte band om zijn hoofd heen geknoopt.
Centraal in de kleine scène zien we een
Zentuintje met fraai geharkte zandpatronen.
Veranderingen: zoals we iets eerder al
schreven: deze sectie is nogal overhoop
gehaald. Vroeger werd deze bevolkt door
clowns, matrozen en een groene Jokie. De
twee giechelende geisha’s zijn gebleven,
maar de andere figuren zijn bij de ombouw
gesneuveld. We moeten eerlijk zijn: de
aanpassingen zijn al met al een hele
verbetering; de associatie tussen het Land van de
Rijzende Zon en clowns was niet bijster
sterk. Deze figuren leken eerder
“overblijvertjes” van andere secties dan
specifieke ontwerpen voor Japan; de clowns deden ons altijd al
meer aan het stijlpalet van Italië denken. Jokie was
natuurlijk als gastheer wél duidelijk op
zijn plaats; ooit had hij immers een plekje
in elk land. De Jokie van Japan bewoog in
een kwartcirkel om zijn as. Onze nar was
echter danig aan vervanging toe; helaas
stond hij namelijk op een nogal
vandalismegevoelige plek.
Loeki als jongleur
Locatie: in de Chinese scène met de draak
en bordenjongleurs.
Uitbeelding: Loeki doet een poging tot
jongleren met borden, maar echt lukken wil
het (uiteraard, we hebben het hier immers
over Loeki!) niet. Rondom de in een
kimonoachtig gewaad geklede leeuw ligt het
bezaaid met scherven. Nee, dan gaat het de
Chinezen om hem heen beter af. Maar die
oefenen dan ook al sinds 1984.
Veranderingen: één oorspronkelijke jongleur
heeft plaats moeten maken voor de leeuw. |
In Joops wereld is de stap van China naar de
ijzigste plekjes van de wereld niet groot. Met
een soepele zijdelingse beweging rijden we de
wereld van witter-dan-wit en sneeuw binnen.
Hier zien we extatische Eskimo’s (vooruit:
Inuit voor de politiek-correcten onder ons),
indrukwekkende iglo’s, ijverig musicerende
ijsberen, parmantige pinguïns en pret makende
piraten (ja heus, ja heus!) in harmonie met
elkaar leven en feesten. Het lijkt wel een
ideaalbeeld op Animal Planet, maar dan met de
blender bewerkt. De winterscène heeft, net als
die van China, een behoorlijke diepte, wat het
geheel prachtig driedimensionaal maakt. Hoe
heet het soms ook zijn kan in de loods van het
festival: de hier gebruikte kleurschema’s vol
blauw en wit doen het altijd tenminste een paar
graden kouder lijken dan het werkelijk is. We
ontdekken de nar Jokie bij een ijsverkopende
walrus, terwijl geprojecteerde sneeuw op het
decor neerdaalt. Een enorme kop vol ijspegels,
welhaast eerder een speling van de natuur dan
een figuur, neemt op de achtergrond het
schouwspel in zich op. Koning Winter wellicht?
Onder begeleiding van het neutrale muzikale
thema van de attractie glijdt ons karretje
achteruit en licht gekanteld van een helling
af. Onze blik dwaalt naar boven, en niet
onterecht. Sneeuwventjes met kleurige mutsjes
stuiteren op en neer in een hoek van het
traject. Wat verderop duiken we onder het ijs,
en worden, in een smalle gang, van bovenaf door
grote wakken in het bevroren water gadegeslagen
door meer van dat soort ventjes. Dit is ook, in
elk geval in de collectieve WWCW-herinnering,
dé plek waar we de grootste kans hebben om even
tot stilstand te komen in onze voertuigen. Een
volkomen ongefundeerde opmerking, natuurlijk,
maar ach: in deze attractie is wel meer
ongefundeerd.
Loeki en Guusje
bevriezen
Locatie: poolscène, Loeki in de iglo,
Guusje net erbuiten.
Uitbeelding: de beide STER-wereldreizigers
hebben in deze contreien een dik poolpak
aangetrokken, maar voor de aan Afrikaanse
zonneschijn gewende Loeki is dit duidelijk
onvoldoende. Klappertandend en blauw van de
kou heeft hij zich teruggetrokken in de
iglo. De leeuw heeft de tanden stijf op
elkaar en zelfs zijn snorharen zijn
bevroren. Guusje daarentegen lijkt het hier
wél naar z’n zin te hebben. De kleine eend heeft
net een ijs(je) gekocht bij de walrus.
Totaal gebiologeerd kijkt Guusje naar zijn
negen bolletjes tellende hoorntje. Jum!
Veranderingen: de iglo was vroeger
onbewoond; wel was deze ook toen al van
binnen uitgelicht. Vóór de iglo is een
groepje ronddraaiende pinguïns weggehaald.
Ook is één van de twee eskimopaartjes
verplaatst. Op deze manier is ruimte
gemaakt voor Guusje, en is er gezorgd
voor een goed zicht op Loeki.
Guusje
in een (k)wak
Locatie: de gang met de door ijswakken naar
beneden glurende sneeuwventjes.
Uitbeelding: Guusje kijkt, samen met twee
sneeuwmannetjes, door een groot wak naar de
bezoekers die onder het ijs voorbij rijden.
De eend heeft hierbij een blauwe muts op en
draagt een sjaaltje.
Veranderingen: één sneeuwventje heeft
plaats moeten maken voor Guusje. |
Diepe lage drums klinken in de diepte. Doem...
Doem doem... Ja, wij hebben een lichtelijke
Tolkien-obsessie inderdaad. Het zijn echter
niet de met mithril gevulde spelonken van
Khazad-dûm (boek II, hoofdstuk V) die dit
geluid voortbrengen, maar jungletrommels uit
Afrika. Geschreeuw vanuit het oerwoud komt ons
tegemoet nog voordat ons wagentje draait van de
polen naar de volgende scène. Een kletterende
waterval haalt ons definitief uit onze ijzige
dromen; in een oogwenk reisden we van de
vrieskou in Alaska naar warm en donker Afrika.
De scène is duister maar fraai. Enorme bomen
met ogen rijzen op uit de grond (bomen met ogen?
– waargh! Ents!). Ertussen leeft een
gigantische aap. Deze Geesinkversie van King
Kong (regie: Peter Jackson – aaargh! Houden die
Tolkienreferenties nu nooit eens op?) heeft een
vacht van bruine sliertjes en buigt zich
vervaarlijk en onder luid gegrom voorover.
Tussen zijn vingers laat hij een bovenmaatse
spin bungelen (plaats Shelobinkoppertje hier),
waarmee hij menig krijger (en jonge bezoeker)
de stuipen op het lijf jaagt. Deze bosjesmannen,
compleet met schild en speer, houden zich
tussen de wilde begroeiing op de voorgrond op,
en duiken regelmatig verschrikt (en onder
begeleiding van de nodige lawaaierige
pneumatiek) tussen het struweel.
Een Brit in survivaloutfit, dr. Livingstone,
naar wij aannemen, beschouwt van achter zijn
krant het geheel zonder veel opwinding te tonen.
Tsja, je bent Brit of niet natuurlijk. Een
kereltje met een verdacht snorretje heeft een
plek gevonden in de bek van één van de
reuzenbomen.
We bedwingen de jungle uiteindelijk, en
belanden via een mysterieus artefact — een
beeld dat provocerend zijn tong naar ons
uitsteekt en qua stijl al wat vooruitwijst naar
het land dat komen gaat — weer op veiliger
terrein.
Loeki in de jungle
Locatie: net als we de draai maken van
Alaska naar Afrika komen we Loeki al tegen,
bungelend boven een junglewaterval.
Uitbeelding: Loeki draagt een Tarzanhemd
met panterprint en slingert aan een slang
heen en weer boven de waterval. Onze
STER-leeuw kijkt daarbij weer typisch
sullig. “Hoe ben ik nu weer in deze vreemde
situatie terechtgekomen” lijkt hij zich af
te vragen. De cartooneske slang heeft nogal
wat weg van Kaa uit Disneys “Jungle Book”.
Veranderingen: deze uitbreiding van de
verder nogal sobere watervalscène heeft
geen veranderingen behelst; alleen een
toevoeging. |
We hebben al heel wat af gefeest. Na een bezoek
aan indrukwekkende geografische locaties als de
polen en Afrika is het tijd aan het worden voor
wat rust; een beetje eenvoudige ontspanning, zo
tegen het einde van de rit. Hoog tijd dus voor
Mexico en Hawaï. Terwijl het junglethema van
Afrika wegsterft en wordt overgenomen door
Mexicaanse trompetklanken, maracas en
Hawaïgitaar, rijden we de kleine scène binnen
die zowel de vijftigste staat van de Verenigde
Staten als de zuiderbuur van de Amerikanen
vertegenwoordigt. Rechts van het traject van
het transportsysteem zien we, namens Mexico,
een grote cilindrische figuur. Compleet met
sombrero en sambaballen is dit een carrousel
waarop enkele Mexicaantjes, gezeten op grappige
kleine ezels, ronddraaien. Links hiervan staat
een totempaal met lichtgevende rode neuzen. Wat
deze precies in Mexico doet is ons een raadsel,
aangezien totempalen toch meestal worden
geassocieerd met meer noordelijke stammen dan
met de in Mexico endemische Maya’s en Azteken.
Laten we het er maar op houden dat Geesink een
beetje in de war was, na al dat ontwerpwerk.
Een kleine draai gunt ons een blik op het
laatste land, of beter gezegd, eiland: Hawaï.
We zien in “The Aloha State” een met een
tropisch dakje afgeschermd decortje, alwaar
twee maskerdragende figuren (in een
Polynesische stijl), die rustig op en neer
bewegen, een eilandritme trommelen. Drie
zongebruinde Hoelameisjes met rieten rokjes en
obligate bloemenkransen zwaaien ons al
heupenwiegend vaarwel. "Ã hui hou kãkou!”
Loeki en Guusje dansen de
Hoela
Locatie: naast de Hoeladanseressen in
Hawaï.
Uitbeelding: voor de laatste keer tijdens
onze reis zien we het eendje Guusje. Hij is
in deze scène samen met z’n vriend Loeki te
vinden. Beide staan in Hoelahouding,
gekleed in een palmbladerenrokje en met een
bloemenkrans om de nek. Loeki is al
heupwiegend met z’n rokje aan het schudden,
terwijl Guusje zijn uiterste best doet dit
typisch Hawaiiaanse gedrag na te doen.
Inderdaad: enorm komisch, maar eigenlijk
ook behoorlijk absurd, een Hoeladansende
leeuw en eend. Nouja, we zijn er bijna,
zullen we maar denken.
Veranderingen: de trommelende figuur met
het Polynesisch masker is verplaatst van óp
het decor naar een plekje er naast, om
plaats te maken voor de STER-helden. |
Loeki’s concurrent Jokie waarschuwt ons middels
een bordje nog nét op tijd voor de actiefoto
die om de hoek gemaakt zal gaan worden. Oh
jolly, we mogen op de foto! We nemen een
interessante pose in (desnoods met de
Volkskrant bij de hand), zetten een grijs op en
*flits* we zijn digitaal vereeuwigd in de
prrretigste attractie van het park. Nadat onze
ogen weer een beetje bijgekomen zijn van het
licht krijgen we de laatste groteske scène
onder ogen. Geesink ging voor het adieu van
zijn attractie helemaal los. In een behoorlijk
grote ronde ruimte draaien we om een groot,
roterend plateau vol poppen. Uit hun midden
rijst een gigantische dame op. Op haar hoofd
draagt ze een carnavalskroon, in haar hand
draagt ze een feestscepter, compleet met een
vergulde Jokiekop. De poppen hier hebben
gezamenlijk één doel: ons uitzwaaien, en
middels een “tot ziens!” aanzetten tot gewoon
nóg een bezoek aan de Wereld Vol Prrret. We
zien een parade van vertegenwoordigers van de
verschillende landen die we op onze reis door
de attractie bezochten. De meeste van hen
dragen een bord bij zich met afscheidstekst.
Een Nederlander in boerenkiel draagt de
legendarische tekst: “Groeten aan de buren”; de
Fransman daarnaast in driekleur eet wat van z’n
baguette en wenst ons met “Au Revoir”. Een Belg
met een narrenkap (“Tot Ziens”), een Duits
mädchen met een madeliefje in haar hand (“Auf
Wiedersehen”) en een Japanner (met wazige
Japanse tekens op zijn bordje) volgen hierna.
Tot slot worden we nog uitgewuifd door een
Hawaïdanseresje (“Aloha”, uiteraard), een
Mexicaan met gitaar en een heuse piraat
(“Cheerio”) namens de Britten. Een heel comité
al met al, dat moge duidelijk zijn. De wanden
van de laatste ruimte van de rit zijn overigens
bekleed met silhouetten die we eerder ook
tegenkwamen in de wachtruimte (en aldaar later
vervangen zijn door de Loeki-ansichtkaarten). Full circle,
dus.
Loeki zwaait ons uit
Locatie: op de eindcarrousel, tussen de
Mexicaan en de piraat.
Uitbeelding: Loeki draagt, bijna als op een
Casual Friday dit keer, een blauwe broek en
een wit t-shirt met een grote rode “L”. De
leeuw duikt op tussen de piraat en de
Mexicaan, en zwaait vrolijk alle bezoekers
uit. Een terechte vrolijkheid, want alleen
de manisch depressieven zullen na al
Geesinks scènes vol grijnzen, glimlachen en
schaterbuien nog bedrukt kijken. Wie is nu
níet blij deze reis rond de wereld met
Loeki, Jokie en kornuiten te hebben
ondernomen. Asjemenou!
Veranderingen: Loeki is toegevoegd zonder
verdere mutaties op het poppenbestand van
de eindcarrousel. |
|
Via de instaphal, een trap, een loopbrug,
en nog een trap (oh zeker, legio
mogelijkheden om kleuters zelfstandig te
laten lopen!) komen we daar waar de ultieme
herinnering aan onze reis door de attractie
te koop is: het actiefotoverkooppunt. Een
bord boven de trap legt ons alvast uit dat
het printen van zo’n aandenken tachtig
seconden duurt. Flatscreen monitoren boven
de balie van het verkooppunt tonen
bezoekers hoe zij zelf of hun kroost door
het gele vogeltje in de eindscène gekiekt
zijn. De actiefoto is vanaf het begin af
aan een erg gewild
Carnaval-Festivalsouvenir geweest. Mede
hierdoor hebben inmiddels ook veel andere
attracties een fotoinstallatie en
afhaalbalie gekregen. Hofleverancier van
deze dienst is het externe bedrijf
Maxifoto, wat er door haar makkelijk
bekkende naam al jaren voor zorgt dat veel
bezoekers hun actiefoto ‘Maxifoto’
noemen.
Laat ons hier, bij de hiervoor meest
typerende attractie van het park, het
fenomeen actiefoto in combinatie met het
sprookjespark eens wat nader beschouwen.
Het Carnaval Festival had in 1984 de
actiefotoprimeur binnen het park. Al snel
volgde de Bob, in 1985. Deze attracties
boden de service dus al direct vanaf hun
opening aan, terwijl de Piraña en de Pyton
pas jaren later voorzien werden van een
actiefotopunt; respectievelijk in 19?? en
1994. In 1998 volgde de Maxifotobalie bij
Vogel Rok, waar bezoeker volgens het bordje
bij de uitgang nog slechts zestig seconden
hoefden te wachten op het afdrukken van de
foto. Nieuwste telg aan het Maxifoto-front
is De Vliegende Hollander, waar men vanaf
2006 als onverschrokken avonturier der VOC
op de foto kan.
Deze attracties zijn overigens niet de
enige plaatsen in de Efteling waar men zich
als bezoeker ― uiteraard tegen genereuze
vergoeding ― kan laten vastleggen op de
gevoelige plaat. In 2000 opende in een
afgeschermd deel van de vernieuwde
Marskramer een fotostudio, alwaar het
personeel foto’s maakte van voor de
gelegenheid als heks, kabouter, prins of
prinses verklede bezoekers. De kostuums
werden uiteraard, evenals de
sprookjesachtig lelijke achtergrond,
verzorgd door het park. In 2002 verhuisde
deze studio ― tot frustratie van menig
Efteling-liefhebber ― naar het voormalige
Sprookjesmuseum op het Herautenplein.
Bij de Bob en de Python is het
fotomoment nooit van plek veranderd; bij de
Piraña en Vogel Rok echter wel. In de
Piraña werd de foto de eerste jaren genomen
bij het rechte deel van het traject, vlak
voor het einde van de rivier. Deze locatie
verschoof toen naar vlak voor de geknoopte
brug over het water, en werd voortaan
duidelijk aangekondigd door middel van een
enorm, in het oog springend bord op de
oever. In 2002 keerde de Piraña-actiefoto
weer terug op zijn oude plek. Bij Vogel Rok
werd de fotocamera al een jaar na de
opening verplaatst, tegelijk met de overige
veranderingen in de attractie (zoals de
lasers, de slangentunnel en de ramen in de
wachtrij).
Ook binnen het Carnaval Festival heeft
het actiefotomoment niet altijd dezelfde
plek gehad. In de beginjaren werd de foto
genomen bij de eerste draai die de
wagentjes maken; de fotoinstallatie was
namelijk onder de
huisvree-met-deegrollerscène gemonteerd. De
foto werd toen ook nog in portretrichting
genomen. Ter decoratie van het plaatje
stond hier een bord met daarop de naam van
het park; erbovenuit staken Jokie, een
ander roodgeneusd mannetje en een
vogelverschrikker. In 1986 verhuisde het
fototoestel naar het eind van de rit, en
daar staat het nu nog. Waarschijnlijk was
de oude locatie minder geschikt om een
combinatie van redenen: te vroeg in de rit,
lastig gepositioneerd in een bocht en te
opvallend midden in een tafereel. Op de
huidige actiefotolocatie verbergt een grote
nepcamera compleet met vogeltje de
eigenlijke apparatuur.
In de loop der tijd is er ook heel wat aan
de actiefoto zélf veranderd. Zo zijn
bijvoorbeeld de voorgronden ― de platte
borden die tussen de kar en het toestel
stonden ― aan nogal wat aanpassingen
onderhevig geweest. Het eerste bord met de
vogelverschrikker verdween bij het
verplaatsen van de actiefoto in 1986.
Hiervoor in de plaats kwam een niet al te
degelijk bord waarop van links naar rechts
een mannetje met stropdas en twee hoedjes,
een politieagent met knuppel, een boef aan
de ketting, een fotograaf, een Eskimo en
Jokie zelf te vinden waren. Deze laatste
twee figuren hielden een bord vast met
hierop de tekst “De Efteling”, uitgevoerd
in rode blokletters op een gele
achtergrond.
Een jaar later werd het bordje met de
naam van het park vervangen door een rode
versie met het toenmalige logo er op. Het
bord stond dicht bij het transportsysteem
en was dan ook onderhevig aan nogal wat
vandalisme. Het gehavende bord werd een
jaar later alweer vervangen door een nieuw
exemplaar. Hierop nam een Chineesje de oude
plek van Jokie in, die hiermee naar de
linkerkant schoof en voortaan een wit
bordje vasthield waarop het
attractiepersoneel handmatig zelfklevende
maandindicators kon plakken.
In 1990 werd besloten om het opgelapte
maar nog altijd gammele bord te vervangen
door een steviger bord, inclusief wat
fatsoenlijker ogende bordjes voor jaar en
maand. Tevens werd het voorzien van het nieuwe
(twinkelige) parklogo. Dit exemplaar heeft
het tamelijk lang uitgehouden; tot er in
het midden van de jaren negentig werd
overgesprongen op modernere, bordloze
actiefoto’s. Technisch was dit voor
Maxifoto een hele stap. In plaats van het
gebruik van voorzetborden werden de
decoraties voortaan digitaal in het plaatje
geplakt. In eerste instantie was dit een
fotocollage van figuren uit de attractie,
weer later omlijstten getekende poppetjes
en rode gordijnen de actiefoto.
De lezer die tot op heden dacht dat de
Maxifoto’s al vanaf de opening van Carnaval
Festival kunnen worden afgehaald ín de
attractie zelf, heeft het mis; in vroeger
jaren kreeg men hier slechts een bonnetje
mee dat kon worden ingeleverd bij de
Marskramer, een heel stuk verderop in het
park. Deze winkel (met onoverdekte
binnenplaats) was destijds nog
informatiepunt, gastenservice,
cameraverhuur en meetingpoint. Daarnaast
verkocht men er wat kleine souvenirs.
Belangrijk was destijds dus de grote
afhaalbalie, alwaar de actiefoto’s uit het
Carnaval Festival en de Bob konden worden
gekocht en bijbesteld.
De kwaliteit van de foto’s was indertijd
prima. De op chemische wijze afgedrukte
foto’s waren groot, glanzend en zo scherp
dat zelfs kleine details goed zichtbaar
waren. Toen Maxifoto in de jaren negentig
in het kader van de “vooruitgang”
overstapte op digitaal printen, had dit
naast voordelen als de snelheid van het
afdrukken ook een keerzijde. De kwaliteit
van de actiefoto’s nam namelijk behoorlijk
af. De kiekjes zijn lang flets en onscherp
geweest. Gelukkig is de techniek inmiddels
weer wat verder, zodat men op eenvoudige
wijze én razendsnel foto’s kan leveren die
van behoorlijke kwaliteit zijn.
Wat ook met de jaren veranderde is de
verpakking van de Maxifoto’s. Moesten we
het in de jaren tachtig nog doen met een
losse foto in een bruine enveloppe (sommige
lezers kennen dat vast ook wel van de
schoolfotograaf uit die tijd), in de jaren
negentig veranderde dit in een aardig
kartonnen fotolijstje. Tegenwoordig doet
het bekende insteekhoesje dienst. Niet zo
robuust, een beetje slap, maar gelukkig
weer per attractie anders; tot 2004 is het
hoesje namelijk een aantal jaren parkbreed
het zelfde geweest, met daarop de
clichématige en voor het Carnaval Festival
nogal overdreven “I Survived...”-tekst.
Rest ons in dit Maxifoto-kader u nog te
berichten over een experiment dat een
tijdelijke exponent bleek te zijn van de
internethype rond de millenniumwisseling.
In de winter van 2000-2001 konden via
Efteling.nl alle actiefoto’s van het
Carnaval Festival over een langere periode
nog eens nagezien worden. De bedoeling was,
zoals Olaf Vugts destijds het Wondere
Wereld Web vertelde, “...om de
verkoopperiode van de Maxifoto's te
verlengen.” Gezocht kon worden op het
tijdstip van de foto, dat de bezoeker dan
wel ongeveer moest onthouden natuurlijk.
Hoewel in opzet vooruitstrevend bleek het
systeem toch niet zo’n succes. De website
was ook nogal “lek”, in die zin dat door
het zomaar invullen van tijdstippen
iedereen alle actiefoto’s kon bekijken. Een
weinig privacyvriendelijke mogelijkheid.
Vugts merkte hierover op: “Bezoekers weten
dat ze tijdens hun bezoek aan het park
gefilmd kunnen worden. De bedoeling is dat
de website aangepast zal worden zodat elke
bezoeker alleen zijn eigen foto te zien
krijgt. Voorlopig gaat het om een
proefproject.” Enfin, daar bleef het dan
ook bij. In januari 2001 ging het systeem
offline om tot op heden niet terug te
keren.
|
|